Op verbruik gebaseerde facturering
Om de individuele huurders aan te moedigen ook energie te besparen, bepaalt de stookkostenverordening dat de stookkosten ook op basis van verbruik aan de huurders moeten worden toegerekend.
Minimaal 50% van de stookkostensleutel moet dus rekening houden met het verbruik van de huurder.
Omgekeerd mogen verwarmingskosten niet op basis van verbruik worden toegerekend, maar maximaal 70 procent. Dit bemoeilijkt het opstellen van een verdeelsleutel voor de energierekening van de huurder.
Wettelijk toegestane verdeelsleutels
Standaarden
De wet laat een groot aantal verschillende zogenaamde standaardnormen toe. Een norm is een criterium volgens welke de verwarmingskosten worden verdeeld.
Toegestane standaardcriteria zijn bijvoorbeeld:
- volgens de verhouding van de woonoppervlakte van de huurappartementen
- afhankelijk van de verhouding van het volume (m³ ingebouwde ruimte) van de huurappartementen
- volgens het aantal mensen
- volgens zogenaamde persoonsmaanden of persoonsdagen
Bovendien kunnen de afzonderlijke weegschalen vrijwel willekeurig met elkaar worden gecombineerd. Als ze eenmaal zijn vastgesteld, kan de verhuurder ze niet meer zomaar naar believen wijzigen.
Algemene norm
Indien in het huurcontract geen andere standaardnorm is gespecificeerd, geldt automatisch de woonruimte-verhouding als standaardnorm volgens artikel 556a, eerste lid, BGB.
Dit betekent dat als de verhuurder geen andere norm heeft gespecificeerd, de verwarmingskosten voor 50 procent worden verdeeld op basis van het verbruik van de betreffende huurder, en 50 procent volgens het overeenkomstige aandeel van het appartementoppervlak in de totale oppervlakte.
Berekening op basis van kubieke meters omsloten ruimte
Dit kan handig zijn als de huurappartementen niet dezelfde kamerhoogte hebben, zodat een vergelijking van alleen het vloeroppervlak geen eerlijke verdeling zou opleveren. De appartementen met een hogere kamerhoogte hebben een relatief hogere verwarmingsbehoefte (vanwege de grotere ruimteluchtinhoud) dan de appartementen met een lagere kamerhoogte.
Voor de juiste berekening is de II Berekeningsverordening stookkosten van toepassing. Deze berekeningsmethode moet worden gevolgd.
Berekening op basis van het aantal personen en / of persoonsdagen en persoonsmaanden
De berekening is zeker complexer als deze wordt uitgevoerd volgens mensen. Maar daarvoor is het ook eerlijker. Een alleenstaande man in een appartement van 70 vierkante meter veroorzaakt zeker lagere extra kosten dan een gezin van vier personen in een appartement van dezelfde grootte.
De verhuurder moet daarom altijd rekening houden met het aantal mensen dat in het appartement woont. Bovendien draagt hij de bewijslast voor het aantal mensen als er geschillen zijn. Om deze reden wordt deze verdeelsleutel zelden gebruikt.
Kortingen voor kinderen of huisdieren zijn niet toegestaan, evenals toeslagen voor het aantal personen wegens speciaal gebruik.
Berekening van de vacature
Een leegstand kan - ook niet voor een beperkte tijd - worden doorgeschoven naar de andere huurders. Leegstand komt altijd voor rekening van de verhuurder en dient dienovereenkomstig in mindering te worden gebracht op de totale kosten.