Kwaliteit van bronwater
De kwaliteit van het bronwater kan variëren, afhankelijk van het gebied en de watervoorraden. De wet schrijft echter relatief strenge controles voor op de drinkwaterkwaliteit voor de putbezitter.
Zo is minimaal één keer per jaar een uitgebreid microbieel onderzoek nodig om de bacteriegehalte nauwkeurig te controleren.
Als alle controles naar tevredenheid zijn, kan in het algemeen worden aangenomen dat de drinkwaterkwaliteit zeer goed is, die vaak hoger kan zijn dan die van het leidingnet.
Het probleem van fijn zand
Het fijne zand in het water is in veel putten een probleem en kan op lange termijn ook leidingen en apparatuur beschadigen.
Fijn zand kan eenvoudig worden verwijderd met een geschikt filter. Er moet echter voor worden gezorgd dat het filter groot genoeg is voor de hoeveelheid verwijderd water en dat het niet te snel verstopt raakt. Regelmatig onderhoud van het filter is ook noodzakelijk.
Aan het begin van de huishoudwaterinstallatie worden ook zogenaamde huishoudwaterfilters aangetroffen, die een vergelijkbare functie vervullen, in de leidingtoevoer. Indien de afmetingen van het filter voldoende groot zijn, kunnen dergelijke filters ook worden gebruikt om fijn zand te verwijderen.
Probleem ijzer
In sommige gevallen is het ijzergehalte van bronwater erg hoog. Het zogeheten ontijzelen van het water, zoals dit ook bij de waterbehandeling in de waterleiding plaatsvindt, is alleen mogelijk met de juiste technische apparaten.
Alleen filteren werkt hier maar in beperkte mate, je zou hoogstens een omgekeerde osmose-installatie kunnen gebruiken om ijzer te verwijderen.
tips en trucs
Als putbezitter ben je verantwoordelijk voor je eigen waterkwaliteit. Het is daarom de moeite waard om na het testen van het drinkwater zelf de juiste maatregelen te nemen om de kwaliteit van het water zo hoog mogelijk te houden.