Stichting soorten
De "poten" van een vloerplaat zijn de basis. Er zijn ondiepe en diepe funderingen, ook wel funderingen genoemd. Voor een vloerplaat zonder kelder zijn ondiepe funderingen gebruikelijk.
De ondiepe funderingen zijn onderverdeeld in stroken of losse funderingen en de funderingsplaat. Volgens de naam zijn stripfunderingen langwerpig en worden voornamelijk onder de buitenmuren toegepast. Individuele funderingen worden onder dragende wanden of kolommen van de constructie geplaatst.
Als derde type fundering vormt de vloerplaat zelf de fundering over het gehele gebied, met als voordeel de kleinere en even diepe uitgraving. Daarnaast bespaart de opdrachtgever een aparte eerste stap, het zetten en drogen van de fundering onder de vloerplaat.
Bouwdiepte en isolatie
Een vloerplaat zonder kelder moet een standaard diepte hebben van minimaal tachtig centimeter. Afhankelijk van de regio en hoogte moet het zwaarder worden gestort. Op ijzige hoogten boven de duizend meter met zeer koude wintertemperaturen moet de vloerplaat minimaal 150 millimeter dik zijn.
Na het uitgraven en het eventueel zetten van de strip en individuele funderingen dient de zogenaamde blindlaag in de bouwput te worden gevuld. De vijf centimeter dikke grind- of magere betonlaag beschermt de vloerplaat tegen vocht.
De vloerplaat zonder kelder wordt op de blinde laag gestort. Stalen versterkingen worden na de eerste storting in het beton gestoken. Voor verdere thermische isolatie kan schuimglas, polyurethaanschuim of een polystyreen isolatielaag aan de omtrek onder de basisplaat worden aangebracht voor het gieten.
tips en trucs
De Schwedenplatte is een speciaal type vloerplaat. Het wordt ook wel thermische vloerplaat genoemd en isoleert zonder extra isolatielaag. Wil je een Zweeds record gebruiken, dan moet je rekenen met een verdubbeling van de kosten.