Wettelijke vereisten voor badkamerventilatie
DIN 18017 deel 1 en deel 3 hebben betrekking op regelgeving voor de ventilatie van binnenruimten. Voor badkamers en toiletten zonder buitenramen schrijft het voor dat de kamerlucht eenmaal per uur volledig moet worden ververst. bepaalt een uurlijkse luchtverversing voor badkamers en toiletten zonder buitenramen. Bij een badkamer van 2 x 4 m met een kamerhoogte van 2,5 m betekent dit dat er 20 kuub ruimtelucht per uur ververst moet worden. Een raam zou erg groot en permanent open moeten zijn om deze luchtverversing te garanderen.
Ventilatoren kunnen daarom een zeer goede ondersteuning bieden bij het ventileren van de badkamer. De prestatie van ventilatoren is ook vastgelegd in de norm: In centrale ventilatiesystemen moeten deactiveerbare ventilatoren 60 kubieke meter lucht per uur kunnen transporteren, terwijl ventilatoren die continu draaien maar 40 kubieke meter per uur hoeven te transporteren.
Appartementen zijn tegenwoordig erg goed geïsoleerd, dus het aanzuigen van lucht uit de badkamer zorgt voor een onderdruk. Daarom moet een nieuwe opening worden gepland. Deze opening dient een afmeting te hebben van 10 x 15 cm zodat er voldoende verse lucht terug kan stromen. Koude buitenlucht moet naar een onverwarmde kamer worden geleid en van daaruit naar de badkamer. Hiervoor is het noodzakelijk dat de badkamerdeur geschikte openingen heeft. Bij het plannen van badkamerventilatie dient in principe altijd een specialist te worden geraadpleegd. Bij een verkeerde planning kan vochtige, warme lucht in een koele ruimte komen - dit leidt op lange termijn tot grote problemen.
Slechte ventilatie door het dak - bijzondere moeilijkheden
Er zijn de volgende problemen met de ventilatie van de badkamer via het dak:
- Vorming van condensatie
- Terugkeer van Kodenswasser in de ventilator
- Geurvorming
Als de vochtige lucht verticaal naar boven wordt afgezogen, kan vloeistof terugstromen in de ventilator. In de koude leiding condenseert de warme, vochtige lucht uit de badkamer vrijwel onmiddellijk en vormt vloeistof die vervolgens niet naar boven wordt getransporteerd.
Daarom moet bij het ventileren via het dak een deel van de buis horizontaal boven de badkamer worden gelegd en met een sifon worden aangesloten op de stijgbuis van het riool. Op deze manier kan de lucht via het dak ontsnappen en wordt het water afgevoerd naar het riool. De sifon voorkomt dat er rioolgeur ontstaat. Op de corresponderende punten moeten flappen als retourbescherming worden geïnstalleerd. Er zijn speciale dakpannen voor de dakdoorbraak die ook een terugstroombeveiliging bieden.
Bij nieuwbouw kan op het dak een centrale afvoerluchtschacht worden aangebracht om de badkamer te ventileren.