Bevestig de tengellatten op het dak »Instructies

Functie van de tengellatten

De tengellatten creëren een ventilatiezone voor de isolatie in het dak. Hiermee wordt voorkomen dat vochtige lucht uit het interieur direct de dakhuid raakt. Dit gaat de vorming van vocht onder het dak en daarmee de ontwikkeling van beschadigingen en schimmelvorming tegen. De ruimte voor de ventilatie aan de achterzijde wordt gecreëerd door de juiste afstand tussen de afzonderlijke latten van de tengellatten.

Positie en eigenschappen van de tengellatten

De tengellatten zitten in principe op de spanten. De latten lopen verticaal van de nok tot aan de dakrand. De steunlatten worden horizontaal op de tengellatten bevestigd.

Afhankelijk van de gebruikte materialen kan de opbouw van een dak licht variëren, maar de latten rusten altijd op de tengellatten. Hierdoor ontstaat de nodige ruimte om voor een optimale ventilatie te zorgen en om water dat van buiten het dak is binnengedrongen, af te voeren.

De tengellatten moeten een doorsnede hebben van minimaal 30 x 50 mm, randlengtes tot 40 x 60 mm zijn gebruikelijk. De lengte van een tengellat mag niet langer zijn dan 135 cm, omdat de relatief korte latten het leggen veel gemakkelijker maken. Het aanbrengen van de tengellatten zou anders alleen erg moeilijk zijn, vooral op zeer steile daken.
De spanten bieden een stabiele basis, zodat zelfs kortere restanten probleemloos kunnen worden gebruikt.

De tengellatten moeten machinaal worden gesorteerd C 24 M. Sinds 2012 mogen daklatten uit milieuoverwegingen niet meer geïmpregneerd worden - impregneren is normaal helemaal niet nodig.

De noodzakelijke kwaliteit van de tengellatten wordt bepaald door onder andere DIN 4074 deel 1, het hout dient beoordeeld te worden op de volgende kenmerken:

  • Takken
  • Vezelhelling
  • Merg
  • Breedte boomring
  • Barsten
  • Rand van de boom
  • kromming
  • Verkleuring en rot
  • Hout afdrukken
  • Insectenschade door verse houtinsecten
  • Houtvochtigheid

Tegenlatten bevestigen: stap voor stap uitgelegd:

  • Controleer de tengellatten en zoek ongeschikte latten uit.
  • Snijd elke lat op een lengte van 136 cm. Snijd de stukken in een geschikte hoek om direct op de nok te leggen.
  • Gebruik een latwerker om de tengellatten op de juiste afstanden parallel te kunnen leggen, de latten moeten zo gecentreerd mogelijk op de spanten liggen. Lijn de tengellatten uit met de latbediener.
  • Nagel de tengellatten met geschikte, verzinkte daknagels. Gebruik drie spijkers per meter.
  • Bevestig nu de latten. De afstanden komen overeen met de bevestigingspunten van de dakstenen of dakpannen. De steunlatten worden over de tengellatten gelegd.
  • Bedek het dak.

Interessante artikelen...