Invloeden op het drooggedrag
Bij het aanbrengen, uitharden en drogen van een structurele pleister op de gevel ontstaan fysische processen die een duurzame harde laag vormen uit een beweegbare en stroperige massa. Op een ietwat vereenvoudigde manier ontsnapt water dat in het gips is gebonden en laat een harde schaal achter van kalk, zand, cement en andere aggregaten.
De duur van de verdamping van het water is bepalend voor dit proces. Het wordt beïnvloed door de volgende externe factoren:
- Het water verdampt sneller als het warm is
- Als het koud is, verdampt het water langzamer
- Bij vorst treedt verdamping op
- Verdamping vertraagt wanneer de luchtvochtigheid hoog is
- Als er veel tocht is, neemt de verdampingssnelheid toe
De belangrijkste vereiste is tijdige uitharding en droging
Pleister is ontworpen om zijn fysieke binding en stabiliteit te tonen gedurende een "gezonde" periode. Na het correct aanbrengen van gips heeft de verse muurbekleding de volgende voorwaarden:
- Ideale buitentemperaturen zijn gematigd tussen de tien en 25 graden Celsius
- Mogelijke minimum en maximum temperaturen zijn vijf en dertig graden
- Direct zonlicht moet worden vermeden (schaduw)
- Vermijd een hoge luchtvochtigheid van ongeveer 75 procent (regen, mist, dauw)
- Vermijd tijden van harde wind en harde windstoten
Droogtijd en de alternatieve kraspleister
In overgangsperioden zoals de lente en de herfst moet de vuistregel voor de droogtijd van raampleister in acht worden genomen. Per millimeter gipsdikte wordt ongeveer 24 uur berekend. Als de pleister van bovenaf droogt, lijkt het oppervlak sneller droog.
Ook daarom wordt bij de vraag of kraspleister of glaspleister beter geschikt is voor een buitengevel, vaak gekozen voor kraspleister. Een gevel met kraspleister kan onverwachte weersveranderingen sneller trotseren dan geglazuurde pleister.
tips en trucs
Als u pleistert in een fase waarin het drogen langzamer gaat, kan een stortbui de pleister zelfs na een paar dagen gewoon van de muur spoelen.