Vereisten voor het gips van een binnenmuur
Er zijn verschillende benaderingen voor pleisterwerk. Eerst wordt de pleister, die enkele centimeters dik kan zijn, rechtstreeks op de muur aangebracht. Deze pleister is al geschikt om te schilderen, behangen of zelfs om te betegelen. Op deze pleister kunt u ook fijne pleisters met verschillende structuren aanbrengen.
U kunt ook gipsstrips gebruiken om de basispleister te pleisteren. Dit zijn strips die op regelmatige afstanden aan de muur worden bevestigd. De strips zijn zo sterk als de pleister later zou moeten zijn. Het gebruik van snelreinigende strips is afhankelijk van verschillende factoren. Enerzijds zijn er bekwame stukadoors die geen gipsstrips gebruiken, behalve speciale randpleisterstrips voor de hoeken.
Snel stukadoorstrippen voor binnenpleisterwerk en alternatieven
Dan zijn er wanden waarbij het gebruik van gipsstroken kan leiden tot spanningsscheuren in het gips. Binnenmuurpleister is hiervan grotendeels uitgesloten. Een alternatief voor gipsstroken zijn de zogenaamde Paris gipsstroken. Deze zijn gemaakt van gips en gipsstroken die met een krijtlijn aan de muur zijn bevestigd - je maakt letterlijk een gipsstrip schoon.
De gipsstrips worden schoongemaakt en een paar uur later - zolang deze gips niet is uitgehard - dan de gipsvelden. Een reden om pleisterstrips te gebruiken, zelfs voor eersteklas stukadoors, zijn muren die extreem vlak moeten zijn. Ze zijn geschikt voor minder ervaren stukadoors waardoor de gepleisterde muur er netjes uitziet. Een later nadeel is het eventueel boren of hameren van spijkers in de muur als er een gipsstrip wordt geraakt.
Stapsgewijze instructies voor het pleisteren van een binnenmuur
- Binnenpleister
- mogelijk limoen
- Primer
- water
- Randafwerkingsstrips voor hoeken en deuren
- Bekistingshout voor ramen
- eventueel versterking
- Boor (€ 92,95 bij Amazon *) met garde
- Mortel (7,79 € bij Amazon *) kuip of emmer
- spatel
- Troffel metselwerk
- Gladmakende troffel
- Gezamenlijke troffel
- Schil het bord
- Vlotter
- Stalen stijltang
- Spons bord
- Mason kwast
- Waterpas
- Richtlijn
1. Voorbereiding
De ondergrond moet absoluut vrij zijn van vuil, olie en water. Met name op betonnen muren is er een grote kans op olieresten uit de bekisting.
2. Primer
Om een betere hechting te krijgen, kunt u nu de primer aanbrengen. Als de ondergrond slecht hecht, zijn er lijmbruggen die als tegellijm op de muur kunnen worden aangebracht. Veel primers moeten 24 uur drogen voordat u de binnenmuur gaat bepleisteren. Let op de informatie van de fabrikant.
3. Bevestig reinigingsstrips
Bevestig nu de pleisterstrips volgens de instructies van de fabrikant (haken, schroeven of spijkers). Let bij het kiezen van de stukadoorstrippen op de juiste dikte. Zorg ervoor dat de snelreinigingsstrips loodrecht en uitgelijnd zijn. Bij een oneffen ondergrond kiest u de pleisterstrips een maat kleiner en brengt u later nog wat pleisterwerk aan. De gipsstrips worden verticaal geplaatst. De afstand is ongeveer 50 cm van de ene staaf naar de andere.
4. Meng de pleister
Raak nu de pleister aan. Indien nodig kunt u ook limoen toevoegen. Als u uw pleisterwerk zelf wilt mengen met zand, cement en kalk, let dan op de fijne korrelgrootte van het zand. De korrelgrootte van het zand bepaalt later hoe glad of ruw de pleister zal zijn.
5. Pleister de binnenwand
Er zijn pleisters die met een troffel worden aangebracht. De meeste pleisters worden echter op de muur gegooid. Dit is belangrijk omdat het de hechting verbetert. Je gooit de pleister vanaf je pols op de muur. U kunt een werkblad neerleggen zodat de vloer niet vies wordt. Gebruik de schilplank die u op de gipsstroken plaatst om het gipsoppervlak glad te maken.
6. Maak de gepleisterde binnenwand glad
Nu is het belangrijk om het juiste moment te vinden. Na een paar uur is de pleister wat sterker, maar nog niet uitgedroogd. Nu kunt u het oppervlak gladstrijken met een vlotter en een stalen troffel. En om het gipsoppervlak nog fijner te krijgen, kunt u een natte sponsplank gebruiken. Oefen de druk matig uit zodat enerzijds zandkorrels daadwerkelijk worden weggewreven en je de pleister alsnog niet indrukt.
7. Verdere optionele werkstappen
Op deze verdekte pleister kunt u nu ook een fijne pleister van 2 à 3 mm aanbrengen - hetzij om het oppervlak nog fijner te maken, hetzij om een overeenkomstige structuur te verkrijgen, zoals bijvoorbeeld ruwe of sierpleister. Allereerst moet de pleister voldoende tijd krijgen om uit te drogen en uit te harden.
Tips en trucs
Binnenpleisters bevatten ook kalk. Het heeft verschillende taken of attributen. Het verhardt de pleister, maar neemt ook vervuilende stoffen op en breekt ze af. Als u een afgewerkte pleister gebruikt, is de hoeveelheid kalk meestal vrij laag. Het is dus zeker de moeite waard om gebluste kalk aan de afgewerkte pleister toe te voegen. Minerale pleisters regelen ook het binnenklimaat door vocht op te nemen en af te geven.
Let er bij het kiezen van een hechtprimer en pleister altijd op dat beide bouwmaterialen geschikt zijn voor elkaar. De keuze van de optimale pleisterlaag hangt met name af van het bouwmateriaal van de muur, bijvoorbeeld beton, gasbeton of baksteen.